Sinds haar moeder is overleden, is Anne een vreemde voor zichzelf en voor anderen. Krampachtig houdt ze de herinnering aan haar volmaakte moeder levend en ze kan niet accepteren dat haar vader is getrouwd. In de kerstvakantie sluit ze zich steeds meer af. Ze gaat het liefst hardlopen of schaatsen. Dat is de enige manier om haar gedachten en gevoelens uit te schakelen. Tijdens een van haar schaatstochten valt ze. De pijn brengt haar terug in de werkelijkheid. Eindelijk is ze in staat haar moeder te begrijpen en afscheid van haar te nemen.