Evy gaat een zomer naar buiten, niet zomaar voor haar plezier, maar omdat zij moeilijkheden heeft. Zij komt terecht bij een jong echtpaar en hun achterlijke zoontje Peter.
Tijdens die vakantie leert Evy dat er mensen bestaan die vriendelijk en hartelijk zijn zonder er iets voor terug te willen hebben. En als ze dan bevriend raakt met een jongen die heel anders is dan de andere jongens die ze kent, begint haar achterdocht tegen de wereld plaats te maken voor een aarzelend vertrouwen in de toekomst. Al is het maar voor één zomer, voor allen wordt het leven daarna anders.